Leo Van Broeck is een man met een mening en een visie. Sinds zijn aanstelling als Vlaams Bouwmeester laat hij regelmatig zijn licht schijnen over de Vlaamse verkavelingswoede. Met zijn visie over ruimtelijke verdichting legt hij beleidsmakers meer dan eens het vuur aan de schenen.
Meneer Van Broeck, leg eens uit. Ruimtelijke verdichting, wat is dat precies?
“Verdichting is eigenlijk: zorgen dat je meer woningen per hectare krijgt om meer plaats te maken voor groen buiten de stad. Dat is dringend nodig: we zijn met veel te veel mensen en gebruiken veel te veel ruimte. Niet alleen in Vlaanderen, maar over heel de wereld. Om je een idee te geven: 97% van de gewervelde biomassa op aarde wordt bepaald door de mens en zijn vee. Slechts 3 procent zijn de gewervelde dieren in de natuur. Om maar te zeggen, wij bezetten de planeet, wij eten de ruimte kaal. Alles wat we doen, kost ruimte.”
“Overheden moeten dringend stoppen met verkavelingen op slechte locaties die ver van elkaar liggen. Dat is tegen ons eigenbelang. In de plaats daarvan moeten ze een hogere dichtheid toelaten op de knooppunten van steden en dorpen. Op plekken waar goed openbaar vervoer is of kan komen.”
“Het landschap hier op Nieuw Zuid is goed gedaan. Die verwilderde stukken zijn heel belangrijk.”
“Als er iets nieuws gebouwd wordt, dan moet er ook ergens ruimte worden teruggegeven aan de natuur. Dingen die niet meer nodig zijn, moeten opnieuw worden omgezet in natuur. Niet alleen in groen, maar in kwalitatieve ecologische natuur. Zelfs als we de CO2-uitstoot onder controle krijgen, dan nog heeft de klimaatopwarming nog een kleine eeuw nefaste gevolgen. In de parken moet dus echte natuur komen. In dat opzicht is het landschap hier op Nieuw Zuid trouwens goed gedaan. Die verwilderde stukken zijn heel belangrijk.”
Hoe ziet u die ruimtelijke verdichting concreet?
“We moeten solidair zijn: dichter bij elkaar gaan wonen, compacter bouwen. Geen vrijstaande woningen meer, maar rijwoningen. We mogen niet bang zijn voor hoogbouw, op voorwaarde dat de buurt lager blijft. Weet je, de ideale stad is een mengeling van hoog en laag. Dat is de reden waarom iedereen van Barcelona of Volendam houdt. Omdat daar rekening gehouden wordt met die mix.”
“Gelukkig zijn er al voorbeelden zodat mensen kunnen zien dat ze niet bang moeten zijn om wat dichter bij elkaar te gaan wonen, of wat hoger. Je kan niet verlangen naar iets wat je niet kent. Als mensen de effecten van die verdichting kunnen zien, als ze bijvoorbeeld doorhebben dat ze door hoger te gaan wonen, meer groen terugkrijgen, dan wordt de mindshift veel gemakkelijker. Als ze zien dat de hele buurt meedeelt in de ruimte die gecreëerd wordt door een hoge toren, dan zullen ze er minder tegen gekant zijn.”
“Met verdichting ceëer je woonkwaliteit, maar ook ruimtelijke en maatschappelijke kwaliteit.”
Als we het over hoogbouw hebben, dan moeten we niet denken aan de Belgische zeedijk. Laat ons eerder een voorbeeld nemen aan de dansende skylines van steden als New York, Vancouver of Buenos, waar wel een mix tussen hoog en laag wordt gerespecteerd. In Manhattan mag één om de zo veel gebouwen 300 meter hoog zijn, maar de gebouwen ernaast zijn allemaal beperkt tot 8 à 10 verdiepingen.”
“Je zou je kunnen afvragen: waarom mogen ze dat niet allemaal? Het antwoord is heel simpel: al die andere gebouwen delen mee in de rendementen van die torens. Die ene toren creëert ruimte voor de ganse buurt. Ruimte die bijvoorbeeld ingevuld kan worden met een park. Verdichting gebeurt dus in het maatschappelijk belang. Met verdichting ceëer je woonkwaliteit, maar ook ruimtelijke en maatschappelijke kwaliteit.”
Klinkt heel logisch. Hoe komt het dat we nog niet allemaal massaal naar de steden aan het trekken zijn?
“Verdichting vraagt een belangrijke mentaliteitswijziging. Niet enkel bij de bevolking, maar ook bij overheden, aannemers, architecten en ontwikkelaars. We zitten met grote problemen op planetaire schaal. Einstein zei het al: je kan problemen nooit oplossen met de logica die die problemen gecreëerd heeft. We moeten onze manieren en onze logica’s herzien.”
“Verdichting vraagt een belangrijke mentaliteitswijziging.”
“Om te beginnen moeten we niet meer allemaal zo ver mogelijk uit mekaar gaan wonen. Dat zou zo veel problemen oplossen. Je hebt daar geen idee van. Neem nu de vraag naar mobiliteit. Die ontstaat uit het type woonweefsel dat je hebt. Hoe meer je verspreid verkavelt, hoe minder kans dat je openbaar vervoer nog functioneert. Er zijn meer haltes nodig en je hebt minder passagiers per halte. De haalbaarheid en rendabiliteit van het openbaar vervoer neemt af per halte. Dan is het logisch dat iedereen in de auto kruipt. Weet je dat de ecologische voetafdruk van een afgelegen passiefwoning om die reden even groot is als die van een niet-geïsoleerde stadswoning uit de 19de eeuw? Verdichting zou voor iedereen op lange termijn goedkoper moeten zijn.”
“We moeten ook blijven focussen op betaalbare kwaliteit. We moeten met een langetermijnvisie bouwen en ervoor zorgen dat we de verkavelingsdroom van de Vlaming au sérieux nemen. Weet je, schaalvergroting is onvermijdelijk, maar niets houdt ons tegen om de pretfactoren van de verkaveling, van de fermette op het platteland, ook in de stad mogelijk te maken. Als we dat kunnen realiseren, dan is de stad voor veel mensen opnieuw een oplossing.”
Leo Van Broeck (59) is burgerlijk ingenieur-architect en medeoprichter van het Brusselse architectenbureau Bogdan & Van Broeck. Sinds 1 september 2016 is hij Vlaams Bouwmeester.