Over heel de wereld laat de klimaatverandering zich voelen: temperaturen worden extremer, natuurrampen frequenter en de zeewaterspiegel blijft maar stijgen. Dat laatste is momenteel bij ons nog geen voorpaginanieuws, maar in Zuidoost-Azië is het dat wel.
Wetenschappers zijn het erover eens dat een temperatuurstijging van zo’n anderhalve graad tegen 2100 neerkomt op een stijging van de zeespiegel van 50 tot 100 centimeter. Voor heel wat kuststeden in China betekent dit dat er dringend iets moet veranderen, willen ze de komende jaren niet heel vaak het slachtoffer worden van overstromingen en verwoestende stormen.
Hoewel China aan de andere kant van de wereld ligt, zijn er toch heel wat gelijkenissen tussen onze steden en die van hen. De afgelopen decennia heeft China een exponentiële groei gekend en de bevolkingsaantallen in de steden zijn enorm toegenomen. Zo heeft het land meer dan 100 steden met meer dan een miljoen inwoners. Vandaag blokkeert die snelle ontwikkeling van de afgelopen decennia – net zoals in onze steden, overigens – de natuurlijke afvloeiing van regenwater. Harde en ondoordringbare oppervlakken beton zorgen ervoor dat al het water via goten en rioleringsstelsels moet worden afgevoerd naar de rivieren. En dat zorgt in de moessonklimaat nu al voor problemen. Om je een idee te geven: in Peking valt 85% van de jaarlijkse neerslag tussen juni en september, meestal in de vorm van enorme wolkbreuken. De rest van het jaar valt er nauwelijks een druppel, en moet er op grote schaal water worden aangevoerd.
Om dat te veranderen, hebben wetenschappers en politici zich achter het idee van de Sponge Cities – sponssteden – geschaard. In een sponsstad ligt de focus op groene infrastructuur, zoals waterrijke gebieden, dakplanten en regentuinen. De natuurlijke omgeving zorgt voor meer waterabsorptie en -zuivering. Water stroomt van een groenpartij minder snel naar de goot en de riolering, want het wordt vastgehouden of sijpelt zelfs veel geleidelijker de bodem in.
Het Chinese Sponge Cities Project werd enkele jaren geleden gelanceerd in dertig Chinese pilootsteden en de regering neemt het project heel serieus. De ambitie is dan ook groot: tegen 2020 moet 20 procent van al het stedelijk gebied in China aan de criteria van een sponsstad voldoen, en tegen 2030 zelfs 80 procent. Die gebieden moeten dan 70 procent van het regenwater kunnen absorberen of hergebruiken. Momenteel is dat slechts 20-30%.
Heel wat grote Chinese steden voorzien daarom een flinke hap uit hun budget om maatregelen te implementeren. Steden worden alsmaar groener en ondoorlaatbare materialen in infrastructuur en gebouwen moeten steeds vaker plaats ruimen voor natuurlijke materialen. Denk aan brede en groene straten met doorlatende trottoirs, waardoor water naar de bodem kan wegvloeien. Centrale reserveringen die gebruikt worden als regentuinen, gevuld met grond en planten. Ook op bovenstedelijk niveau gebeurt er vanalles: zo worden rivieren en stromen als communicerende vaten met elkaar verbonden om plotse, hevige toevloeden van water op te vangen.
Bijkomend voordeel van de noodgedwongen vergroening in de zogenaamde sponssteden, is dat ook de leefomgeving in positieve zin verandert. In een interview met The Guardian zei Wen Mei Dubbelaar, directeur Water Management voor Arcadis in China, dat de vergroening ook helpt om vervuiling tegen te gaan en dat het zorgt voor een betere levenskwaliteit in deze gebieden. “Dat is een extra voordeel dat zich tijdens dit project ontwikkelt.”
Hemelwaterneutrale steden in Vlaanderen
De waterproblematiek is in ons land niet zo prangend als in China, maar toch krijgt het steeds vaker aandacht. Steeds vaker hebben lokale besturen aandacht voor klimaatbestendige stedenbouw en hier en daar worden er actieplannen en maatregelen voorbereid.
Vorige zomer opperde hydroloog Patrick Willems (KU Leuven) in de Standaard voor meer ‘hemelwaterneutrale’ steden. Volgens Willems moeten steden meer in onverharde ruimte en groen voorzien, en minder in asfalt. “Er moeten meer stenen gebruikt worden waarlangs water kan sijpelen en onder pleinen moeten grote hemelwaterputten geïnstalleerd worden om regenwater op te vangen. Die kunnen op hun beurt gekoppeld worden aan lokale zuiveringsinstallaties.”
“Bij elk ruimtelijk project moet daar rekening mee gehouden worden,” zegt de expert van KU Leuven. “Zoals in Antwerpen. Nieuw Zuid wordt een wijk die volledig ‘hemelwaterneutraal’ is. Laten we dat als voorbeeld nemen voor andere stedelijke omgevingen.”
Het regenwater dat op het gebied van Nieuw Zuid valt, wordt niet afgevoerd, maar geleidelijk aan de natuur en de grond teruggegeven via een verbonden netwerk van grachten, groene perken, regenwaterputten, ondergrondse bufferbekkens en grote reservoirs.