Waarom hout het bouwmateriaal van de toekomst kan worden

Je hebt het misschien nog niet gemerkt, maar over de hele wereld is er een duurzame houtrevolutie in de bouwsector aan de gang. De eerste voorbeelden daarvan zijn er al – denk maar aan het Centre Pompidou in Metz van de Japanse architect Shigeru Ban of de Knarvik-kerk van de Noorse architect Reiulf Ramstad. Toch moet de echte boom nog komen.

Over heel de wereld staan er immers heel wat ambitieuze projecten op stapel, die de komende jaren gerealiseerd zullen worden. Zo pronkt Amsterdam tegen 2021 met een luxueuze 73 meter hoge toren in hout, een ontwerp van architectenbureau Team V. In Japan bestaan zelfs plannen voor de bouw van een 350 meter hoge wolkenkrabber in hout.

De hernieuwde interesse in hout als bouwmateriaal – sommige architecten noemen het nu al hét materiaal van de toekomst – heeft alles te maken met de unieke duurzame kwaliteiten die het materiaal bezit. Het grote voordeel van hout is dat het helpt om de CO2-uitstoot te verminderen. Bomen groeien door fotosynthese, het chemische proces waarbij ze voedingsstoffen als suikers maken uit CO2: ze plukken koolstof uit de CO2 in de lucht en slaan die op, waardoor het hout aan stevigheid wint.

“Voor elke ton koolstof die je in hout opsluit en gebruikt in de bouw, bespaar je ongeveer 4,4 ton aan CO2-emissies.”

“Voor elke ton koolstof die je in hout opsluit en gebruikt in de bouw, bespaar je ongeveer 4,4 ton aan CO2-emissies”, liet hoogleraar Europese bossen Gert-Jan Nabuurs van Wageningen Universiteit onlangs optekenen in De Volkskrant. “Wanneer je aan duurzaam bosbeheer doet – dat wil zeggen: je plant nieuwe bomen om de gekapte exemplaren te vervangen en zorgt dat het bos gezond en leefbaar blijft – kun je hout oogsten zonder schade aan de natuur. Van dat hout kun je bouwen, zonder dat het veel fossiele energie kost. De enige fossiele brandstoffen die je dan verbruikt, zijn voor het zagen en het vervoer. Tegelijk bespaar je op nog een andere manier: je gebruikt geen of minder materialen als plastic, aluminium, beton of staal.”

Houtsoort CLT: innovatief en even sterk als staal

Bijkomende reden waarom hout wel eens hét bouwmateriaal van de toekomst kan worden, is dat we al lang niet meer spreken over vertimmerde planken die rechtstreeks uit bomen gezaagd worden. Het hout dat anno 2019 in bouwprojecten gebruikt wordt, is het zogeheten CLT, cross laminated timber, een technologische innovatie die van een natuurlijk materiaal als hout een sterk industrieel product heeft gemaakt. De kruiselings op elkaar gelijmde lamellen creëren een soort van ultrasterke multiplex die qua sterkte kan wedijveren met staal, maar bovendien veel lichter is. Die kwaliteiten zorgen ervoor dat invloedrijke architecten als Alex De Rijke van dRRM Architects het the new concrete noemen. Zo ver zijn we allicht nog niet, want veel van de houten constructies die vandaag gebouwd worden hebben nog steeds een basis van beton, maar het geeft je wel een idee van de eindeloze mogelijkheden die de nieuwe innovatieve houtsoorten ter tafel brengen.

Behalve sterk, duurzaam en goed isolerend, is hout ook makkelijk te hanteren op een bouwwerf. Dat is één van de redenen waarom Andrew Waugh van architectenbureau Waugh Tistleton ook graag met hout werkt. Het bouwproces verloopt veel sneller en rustiger. Er is veel minder lawaai op de bouwsite en er wordt veel minder afval geproduceerd.

“If you had to invent a machine,” zo zegt Waugh, “which gives you a renewable supply of building materials while also reducing carbon levels, it would be a tree.”

Deel artikel